Landbouwvan morgen
Introductie


Landbouw in transitie
Als het om de landbouw van morgen gaat hebben we allemaal – van boer tot beleidsmaker – hetzelfde doel voor ogen: het behouden van een goed functionerend productiesysteem dat bijdraagt aan de voedselzekerheid met betaalbare, gezonde producten.
Dat systeem zorgt voor diversiteit aan producten met onder meer groenten, fruit, zetmeel en suikers, plantaardig eiwit, producten van dierlijke oorsprong (zuivel, eieren, vlees) en biologische producten. De landbouwsector blijft internationaal uitblinken in de productie van uitgangsmateriaal en kennis. Ook is de landbouw een relevante economische sector en een belangrijke drager van de kwaliteit en leefbaarheid van platteland.
Landbouw van morgen - de opgave
Ondergrond


De en bodemsamenstelling vormen samen onze ondergrond en bepalen in hoge mate de landschapstypen in Nederland – van veenweide via rivierengebied tot kustzone.
Tezamen vormen ze unieke waaier aan landschapstypen, voor je er erg in hebt fiets je van zeekleigebied opeens op hoge zandgrond. Wandel het Pieterpad en het landschap verandert onder je voeten.Of bezoek Rivierenpark Nijmegen, waar waterveiligheid en recreatie hand in hand gaan. De ondergrond is (tezamen met water) sturend voor onze ruimtelijke ordening. Neem alleen al de op veel plekken snel toenemende bodemdaling: hoe gaan we hiermee om, hoe kunnen we deze ondergrond toch benutten, ook voor de generaties na ons.
Ondergrond: opgaven


In vrijwel alle landschappen liggen opgaven, en op een aantal plekken stapelen de opgaven vanuit het bodemsysteem zich op. Op delen van kleigronden neemt productiviteit af door uitputting van de bodem, soms in combinatie met bodemdaling door zetting. In veenweide is veenoxidatie de grootste opgave. Op zandgronden (vooral de noordelijke zandgronden) is de bodemvruchtbaarheid laag en uitspoelingsgevoeligheid hoog. Hierdoor is akkerbouw en weiland afhankelijk van een goede watervoorziening en bemesting.
Ons watersysteem


De belangrijkste bronnen voor zoet water in ons land zijn het IJsselmeer, de Rijn IJssel en Waal, de Maas en de Lek/Brielse Meer/Amsterdam Rijnkanaal.
De Waddeneilanden en de meeste Zeeuwse (schier)eilanden hebben geen wateraanvoer uit het hoofdwatersysteem.
Delen van de hogere zandgronden kennen geen directe wateraanvoer, deze zijn afhankelijk van regenwater.
Het meeste water wordt gebruikt voor peilbeheer, doorspoeling en beregening.
Vooral in gebieden die afhankelijk zijn van irrigatie ontstaat druk op het landbouwsysteem, doordat hier de waterkwaliteit verandert.
Watersysteem: opgaven


Op hoofdlijnen zijn de opgaven onder te verdelen in: te veel water, te weinig water of water van te slechte kwaliteit. Een aantal gebieden kampen op termijn met onvoldoende waterbeschikbaarheid uit het hoofdwatersysteem als gevolg van te krap vormgegeven waterinfrastructuur. Daarnaast zal (noodzakelijke) vernatting in zowel laag als hoog Nederland resulteren in minder hoge landbouwopbrengsten in normale tijden, maar hogere opbrengsten in tijden van droogte (tov. het niet nemen van maatregelen).
Een deel van de kleigronden krijg op termijn te maken met de gevolgen van verzilting uit grondwater.
Agrarisch landgebruik: systeem


In de bestaande gewasteelten is het bodemsysteem afleesbaar. Op de zandgronden bevindt zich een mix van voedergewassen (mais- en grasland), evenals op de lastiger te bewerken veenweidegebieden en komgronden (vrijwel alleen grasland). De zeekleigebieden worden gekenmerkt door een mix van akkerbouw, blijvende teelten en bollen/ bloementeelten.
Agrarisch landgebruik: opgaven


Van oude naar nieuwe landbouwsystemen
De transities in gezamenlijkheid beschouwen helpt om gebieden met de grootste veranderingen te onderscheiden, maar ook om te ontdekken waar perspectief is voor andere vormen van landbouw.
Zie bijvoorbeeld de Gelderse Vallei, waar het veehouderijsysteem in transitie is maar waar een goed watersysteem aanwezig is. Hier kan een nieuwe vorm van voedselproductie plaatsvinden.
Zo komen we uit het frame van ‘intensiveren versus extensiveren’ en helpen we de landbouw met transformeren naar een gezond en toekomstbestendig verdienmodel.
Stapeling van transities en opgaven


De kaarten op elkaar leggen laat zien welke gebieden een stapeling van systeemopgaven hebben. Dit zijn gebieden waar prioriteit ligt, maar waar mogelijk ook de grootste veranderkansen zijn voor een nieuw, toekomstbestendig landbouwsysteem.
De meest in het oog springende gebieden zijn:
- Het veenweidegebied, dat kampt met bodemdaling en fosfaat en stikstofemissies
- Zandgronden die kampen met een combinatie van verdroging, lage vruchtbaarheid en opgaven m.b.t. stikstof- en fosfaatemissies
- Kleigronden die kampen met een combinatie van verzilting/watertekort en bodemdegradatie.
Mogelijke werkwijze voor transitie


Benadering vanuit stroomgebieden
Beeksystemen, riviersystemen, de maasterrassen en bassins hebben ieder een eigen watersysteem, wat vaak ook enige samenhang kent met bodemomstandigheden.
Binnen deze gebieden kunnen we ruimtelijke keuzes maken, gestoeld op zowel bodem- als watercondities.
Wat betekent het als water en bodem sturend is in het toekomstige landbouwsysteem?


Veel bodems zijn geschikt voor grasland, mits juist beheerd zorgt grasland voor goede bodems. Extensivering van veehouderij zorgt voor een toenemende behoefte aan grasland, maar er zijn weinig alternatieven; in een toekomst met veel minder vee moeten alternatieven gezocht worden voor moeilijk bewerkbare gronden.
Perspectieven voor de landbouwtransitie
Drie perspectieven voor de lange termijn

Rekening houdend met water en bodem zijn drie samenhangende perspectieven denkbaar voor een toekomstbestendig landbouwsysteem.
Perspectief 1: Het huidig systeem toekomstbestendig

Het huidig systeem zo toekomstbestendig mogelijk maken door innovaties en beheersmaatregelen die helpen kringlopen te sluiten en emissies te voorkomen.
Perspectief 2: Het huidig systeem natuurinclusief

Het huidig systeem extensiveren met een natuurinclusieve inrichting, waardoor naast voedselproductie en natuurherstel ook andere maatschappelijke waarden gerealiseerd worden.
Perspectief 3: Een plantaardig voedselsysteem

De landbouw transformeren zodat een nieuw productiesysteem ontstaat waarbij de footprint lager is, de productie klimaatadaptief en waar ruimte is voor biobased productie.
Perspectieven voor veenweidegebieden


De veenweidegebieden van Noord- en Zuid Holland moeten snel transformeren of extensiveren, waarbij er rekening mee gehouden moet worden dat de gebieden na 2050 C02 neutraal of zelfs negatief moeten worden. Dat is lastig te combineren met veeteelt. Het behoud van stabiele hoge waterstanden is moeilijk handhaafbaar. Op termijn is hierdoor perspectief 3 (toepassing en klimaatbestendig teelten) het meest voor de hand liggend.
In de noordelijke veenweidegebieden zijn de omstandigheden anders, omdat hier water vastgehouden kan worden op de flanken van de zandgronden. Door de waterbeschikbaarheid is de keuzevrijheid voor toekomstperspectief mogelijk groter.
Oplossingen voor veenweidegebieden

- Groenblauwe dooradering
- Overgangsgebieden in transitie
- Biobased (Ver)bouwen
1. Groenblauwe dooradering

Bron: BoschSlabbers landschapsarchitecten (2024)
Voor natuur- en landschapsherstel is het belangrijk om landschapselementen aan te leggen en te versterken, zoals houtwallen, heggen, rietkragen en poelen. Dit draagt tevens bij aan klimaat- en waterdoelen, bijvoorbeeld door het verbinden van natuurgebieden, het vastleggen van koolstof en het verbeteren van de waterkwaliteit.
2. Overgangsgebieden in transitie

Bron: Polyfern
Het creëren van kansen voor de transitie naar een natuurinclusief cultuurlandschap: in deze overgangsgebieden van natuur naar landbouw is systeemherstel van bodem, water en biodiversiteit het uitgangspunt. Naast agrarische productie is hier ook ruimte voor groenblauwe landschapselementen, recreatieve verbindingen, energieopwekking en andere functies die goed samengaan met het aangrenzende natuurgebied.
3. Biobased verbouwen

Bron: Tineke Dijkstra
De productie van biobased gewassen biedt kansen om grote maatschappelijke opgaven aan te pakken. Ze zijn een duurzaam alternatief voor gangbare bouwmaterialen die een grote CO2 uitstoot hebben en belasting op het milieu vormen.
Met de productie van deze schone hernieuwbare bouwmaterialen wordt koolstof langjarig opgeslagen in gewassen. Bovendien reduceren we met biobased gewassen, als vervanger voor veeteelt, ook nog eens de uitstoot van stikstof. Verder draagt de transitie naar het verbouwen van vezelgewassen significant bij aan het verbeteren van de water- en bodemkwaliteit (door de reductie van de uitspoeling van nitraat en gewasbeschermingsmiddel).
Teeltsystemen van veenlandschappen

Veenlandschappen zijn open, waterrijk en hebben een kenmerkend sloten- en verkavelingspatroon. De natte veenbodems zijn nauwelijks geschikt voor akkerbouw en worden daarom vooral als grasland voor vee gebruikt. Hoewel deze landschappen vroeger zeer rijk waren aan te oogsten landschapselementen als moerasbos, biezen- en russenteelt, rietland en grienden, levert de huidige monocultuur van veeteelt vooral een monotoon ingericht weidelandschap op, waarin oude landschapselementen grotendeels zijn verdwenen.
- Vochtig hakhoutbos
- Griend
- Rietteelt
- Lisdoddeteelt
- Lineaire elementen/dijken
1. Vochtig hakhoutbos

Perspectief voor de boer
- Op stukken akker die kampen met wateroverlast.
- Kan in kleine vlakken worden aangeplant naast de huidige bedrijfsvoering.
- Op dit moment is er nog geen afzetmarkt voor zachthoutsoorten in Nederland. Tegen de tijd dat het bosje te oogsten is, is de afzetmarkt er mogelijk wel. Intussen kan het bosje bijdragen aan de wateroverlast en waterzuivering.
2. Griend

Perspectief voor de boer
- Op stukken akker die kampen met wateroverlast.
- Kan in kleine vlakken worden aangeplant naast de huidige bedrijfsvoering.
- Op dit moment worden wilgentenen gebruikt voor oeverbeschoeiingen. Verdere toepassingen van wilg op grote schaal worden onderzocht. Intussen kan het griendje bijdragen aan de wateroverlast en waterzuivering.
3. Rietteelt

Perspectief voor de boer
- Riet kent een businesscase door een premium toepassing in de bouw (rieten daken), en kan dus interessant zijn om op grotere schaal te telen.
- Daarnaast kan riet geteeld worden in slootkanten. Dit is interessant voor boeren die hun huidige bedrijfsvoering aan willen houden (bijvoorbeeld melkveehouderij). Rietteelt wordt dan een extra verdienmodel en levert daarnaast ecosysteemdiensten zoals het filteren van meststoffen uit slootwater.
4. Lisdoddeteelt

Perspectief voor de boer
- Op dit moment worden er kleine experimenten gedaan met lisdoddeteelt. Als de boer er interesse in heeft, zou hij hieraan kunnen bijdragen, bijvoorbeeld met stukjes land die eigenlijk weinig meer opleveren zonder veel kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen te moeten gebruiken.
5. Lineaire elementen/dijken

Perspectief voor de boer
- De aanplant van bomen is een langetermijninvestering. Het kan gezien worden als een pensioenpotje.
- Bomenrijen kunnen gebruikt worden ter versterking van afkalvende kades.
- Wanneer boeren windoverlast ervaren kunnen bomenrijen een interessante oplossing zijn.
- Voor veeboeren kunnen bomenrijen schaduw bieden voor de koeien.
- Op dit moment is er nog geen afzetmarkt voor zachthoutsoorten in Nederland. Tegen de tijd dat de bomen te oogsten zijn, is de afzetmarkt er mogelijk wel.
Extra materiaal
- Ga naar website
Handreiking
Groenblauwe dooradering: naar verweven landbouw en natuur
- Ga naar website
Handreiking
Overgangsgebieden in transitie: naar iconische cultuurlandschappen
- Ga naar website
Handreiking
Biobased (ver)bouwen: Naar een landschap met biobased bouwmaterialen
- Ga naar website
VPRO Tegenlicht
Bouwen met de boer
- Ga naar website
NPO Start
Wat houdt ons tegen | Boeren op veenweide
- Ga naar website
OpPadCast
Het agrarisch bedrijf van de toekomst